Mantelzorgen is een tweede natuur geworden
Karin heeft altijd pijn. Haar dochter Britt (25) staat sinds haar tiende voor haar moeder klaar. Dat vindt ze zelf heel gewoon. “Ik help haar graag, ze is zo dankbaar.”
Al toen Britt klein was, zaten haar knuffels in het verband en waren
ze beplakt met pleisters. Zorgen zit haar in het bloed. Ze vindt ‘mantelzorgen’ een groot woord voor hoe ze haar moeder ondersteunt. “Het gaat vanzelf, het is een soort tweede natuur geworden. Ik weet niet beter dan dat mijn moeder ziek is. Ze heeft altijd pijn door reumatoïde artritis en artrose. Ook kreeg ze dystrofie in haar voet na een val.
Vanaf ongeveer mijn tiende help ik haar met van alles. Met koken, stofzuigen, het openen van potjes en haar pillen in doosjes doen.”
Ze vindt niet dat ze daardoor een andere jeugd heeft gehad dan
leeftijdsgenootjes. “Het enige verschil is dat mama niet mijn haar
kon vlechten zoals de moeders van vriendinnetjes deden. Ze had te veel pijn in haar handen.”

Injecties geven
Inmiddels is Britt verpleegkundige in de forensische psychiatrie. Al van jongs af aan wilde ze verpleegkundige worden, en dat gevoel nam
zeker niet af door de zorg voor haar moeder. Tijdens haar opleiding tot
verpleegkundige raakte ze daar zelfs nog meer bij betrokken. “Toen ging ik ook met haar naar ziekenhuisafspraken. Verder diende ik haar
per injectie ontstekingsremmers toe. Dat vond ik alleen maar heel
interessant.”
Stapje terug
Er ligt totaal geen druk op Britt, haar moeder vraagt nooit ergens
om. “Het liefst doet ze de dingen zoveel mogelijk zelf, want ze wil
anderen niet tot last zijn. Maar zodra ik merk dat ze moe is, sta
ik automatisch voor haar klaar. Ik draag bijvoorbeeld de boodschappentas als we terugkomen van de supermarkt. En lopen we samen op straat, dan geef ik haar een arm om haar te ondersteunen. Soms zegt ze wel gekscherend: ‘Hee, ik ben je patiënt niet.’ Dan weet ik dat ik haar te veel wil helpen en een stapje terug moet doen.”
Dankbaar
Sinds twee jaar is Britt uit huis, maar nog steeds komt ze regelmatig langs om haar moeder te ondersteunen. De zorg heeft hun relatie versterkt, zegt ze. “We zijn er dichter door tot elkaar gekomen omdat we veel persoonlijke dingen delen. Ik help haar graag, ze is altijd zo dankbaar. Ze vindt dat ik meer voor haar doe dan andere dochters voor hun moeder. Ze gaf ze me op voor het mantelzorgproject in onze gemeente. Ik kreeg toen een leuk bedankje met ‘fijn dat je er bent’. Dat was een mooi steuntje in de rug.”

De zorg heeft hun relatie versterkt